Lengeler

De eerste kerk in Lengeler uit de 17e-18e eeuw werd in 1936 vervangen door een nieuw gebouw. De plannen werden opgesteld door de architect Wilhelm Schulzen van St. Vitus en de stenen werden in Lengeler gedolven. De datum is gegraveerd in een granieten steen in het koor. Er zijn drie of vier boogramen in de muren van het schip met verschillende afmetingen.

Het barokke altaar met een olieverfschilderij van de doop van Christus komt uit de oude kerk, omdat Johannes de Doper ook de beschermheilige van de nieuwe kerk is. De secundaire patroonheilige is de heilige Antonius de Kluizenaar, die is afgebeeld op een houten figuur. In de boog van de buitendeur van de sacristie is het jaartal 1765 van de voormalige kapel aangebracht. In het bovenste gedeelte van het altaar staat een kleine afbeelding van de kruisiging en beelden van de heilige Cornelius en de heilige Dionysius, die al in 1728 in een visitatierapport werden genoemd.

Een altaar met de bedroefde Moeder werd ook genoemd in 1787. Deze Pietà werd twee eeuwen later in 15e-eeuwse stijl gemaakt en in het zijaltaar geplaatst. In 1987 werd het vervangen door een beeld van de Troosteres van de Bedroefden dat in Zuid-Tirol werd gemaakt en nu op een granieten sokkel bij de trap naar de galerij staat.

Bron: Kerken en kapellen in Oost-België door Freddy Derwahl en Johannes Weber